Waarom strijden we tegen zwerfvuil?
1. Afval breekt heel traag of nooit af
Zwerfvuil verdwijnt niet zomaar. Als het niet door gemeentediensten of geëngageerde mooimakers opgeruimd wordt, dan blijft het liggen. Door weer en wind komt afval in de natuur of in waterlopen terecht. In dat geval zal het afval langzaam afbreken. Soms duurt dit enkele weken; meestal spreken we over jaren. Bepaalde materialen, zoals plastics, breken nooit helemaal af. Plastic afval zal stilaan herleid worden tot microplastics. Deze deeltjes kunnen microscopisch klein zijn, of enkele millimeters groot.
2. Impact op het milieu en gezondheid
Zwerfvuil dat niet wordt opgeruimd vormt een bedreiging voor mens en dier. Dieren kunnen verstrikt raken in afval of eten klein afval op. Dat kan leiden tot verwondingen, ziekte en dood. Ook mensen kunnen struikelen over zwerfvuil. Daarnaast raken ook de bodem en het zeewater vervuild met microplastics. Die microplastics komen bijvoorbeeld via vissen en waterdieren in onze voedselketen terecht. Maar ook in ander voedsel, en in ons drinkwater werden al microplastics ontdekt. Naast microplastics vervuilen schadelijke stoffen (uit bv. peuken) water.
3. Zwerfvuil is een grote ergernis van de Vlaming
Zwerfvuil maakt een omgeving onaangenaam om er te wonen, te leven of te ontspannen. Vuile plaatsen worden gemeden en geven soms ook een gevoel van onveiligheid. Ze zijn negatief voor een goede sociale cohesie in de buurt. Zwerfvuil staat ook in de top drie van de grootste ergernissen van de Vlaming volgens de jaarlijkse Gemeente-Stadsmonitor van de Vlaamse overheid.
4. Zwerfvuil opruimen kost handenvol geld
In Vlaanderen zijn lokale besturen verantwoordelijk voor de openbare netheid op hun grondgebied. Netheidsdiensten van steden en gemeenten zorgen ervoor dat zwerfvuil opgeruimd wordt. Volgens de laatste raming van de OVAM in 2019 bedraagt de directe opruimkost – inclusief het beheer van straatvuilnisbakken - 164 miljoen euro per jaar. Als je ook de schade aan milieu en economie meerekent, kom je op een miljard. Die kosten worden betaald door de belastingbetaler.