Mooimakers biedt lokale besturen de mogelijkheid om hun eigen netheidscijfers te vergelijken met de cijfers op Vlaams niveau en dit voor 11 verschillende typelocaties. Via de monitoringsmodule van het Mijn Mooie Straat-platform kan je nagaan of jouw lokale afvalverzamelpunten of openbaar vervoer stopplaatsen beter of slechter scoren dan de Vlaamse cijfers.
Verbetering netheidsindex tijdens vorige planperiode
In de vorige planperiode (2016-2022) streefden we naar een verbetering van de Netheidsindex van de drie slechts-scorende type-omgevingen, nl. autosnelwegparkings, afvalverzamelpunten en stopplaatsen voor openbaar vervoer. De index van de overige 8 typelocaties mocht niet verslechteren. In deze methode werd op 11 typelocaties op een bepaalde manier het zwerfvuil en sluikstort geteld en werden een aantal omgevingsfactoren in rekening gebracht. Zo werd een score bekomen per typelocatie voor Vlaanderen waarmee een gemeente zich kon vergelijken.
Meer objectieve meetmethode
In de huidige planperiode (2023-2030) wordt een nieuwe, meer objectieve methode gehanteerd voor het opvolgen van de netheid. Alle stuks zwerfvuil worden geteld in een zone van 100 m2 op 11 verschillende typelocaties. Meer lezen over hoe het meetprotocol voor de terreinmetingen is opgebouwd, kan je hier. De opvolging gebeurt op 2 niveaus:
- Enerzijds wordt de mediaan gebruikt van het aantal stuks zwerfvuil per 100m². De mediaan geeft een algemeen beeld per typeomgeving en doet dit veel robuuster dan het gemiddelde: bij een grote hoeveelheid zwerfvuiltellingen volgen de gemeten waarden veelal een asymmetrische verdeling. Een verschuiving in de mediaan houdt in dat er op minstens 50% van de gemeten locaties een verandering in het aantal stuks zwerfvuil heeft plaatsgevonden.
- Anderzijds worden de locaties opgevolgd aan de hand van de 80e percentielwaarde. Die maakt het mogelijk om de evolutie van het aantal stuks zwerfvuil op te volgen voor de 20% van de locaties waar het meest stuks zwerfvuil werden geteld.
Voor zes van de 11 type-omgevingen streeft de OVAM naar een 20%-daling van het aantal stuks zwerfvuil per 100m²; voor de overige typeomgevingen naar een status quo - zie Tabel 1 hieronder.
Tabel 1: Resultaten per type-omgeving van de zwerfvuiltellingen uitgevoerd in 2023, per doelstelling en van hoog naar laag (volgens de mediaan). De kolom ‘Doelstelling 2030 - Waarde’ geeft het streefdoel tegen 2030 weer volgens de doelstelling in het Lokaal Materialenplan.
Deze gegevens worden elk jaar opnieuw bepaald door de OVAM en geven de evolutie weer van het aantal stuks de hoeveelheid zwerfvuil per oppervlakte op de 11 verschillende type-omgevingen. Je vindt de laatste resultaten steeds terug op de OVAM-website: Resultaten zwerfvuilmonitoring.
Netheid van jouw gemeente vergelijken via de Monitoringsmodule in Mijn Mooie Straat
Elke gemeente kan via de monitoringsmodule binnen het mijn Mooie Straat-platform zijn metingen vergelijken met deze gegevens en zo nagaan of ze beter of slechter doen dan Vlaanderen. Hieronder de verschillende stappen die je hierbij moet doorlopen.
1. Je gaat naar de monitoringtegel in Mijn Mooie Straat. Dan kies je voor het projectenoverzicht
2. Je maakt projecten aan met de locaties en type-omgevingen die je wil volgen
Je kan alle typelocaties selecteren in de toepassing, behalve ‘hoofdstructuurweg’ en ‘overige weg’; hiervoor kies je ‘Andere’. Je plaatst best altijd de type-omgeving in de titel van je project.
3. Je meet het totaal aan zwerfvuil 1 keer per seizoen per type-omgeving op dezelfde locatie van 100 m2 en geeft de meting in het projectdetail in.
4. Je exporteert de meetresultaten naar Excel. Dit kan je doen in het tabblad RAPPORTAGE of in het tabblad METINGEN.
5. Je bepaalt de mediaan en de 80e percentielwaarde van de totalen per jaar van de gekozen type-omgeving.
- De mediaan bepaal je met de formule ‘=MEDIAAN(G8:G11)’. Je neemt de mediaan van alle metingen, voor elke meting neem je het ‘totaal aantal stuks zwerfvuil’ dat geteld werd tijdens die meting. (Indien je meerdere fracties van het zwerfvuil afzonderlijk telde, kijk je in de kolom Totaal geteld).
- Het 80percentiel bepaal je met de formule ‘=PERCENTIEL.INC(G8:G11;0,8)’ waarbij G8 t.e.m. G11 de gegevens zijn waarover je dit wil berekenen.
Je vergelijkt de mediaan en de 80e percentielwaarde van Vlaanderen per type-omgeving met de resultaten van je gemeente.
Voorbeeld