Afbraaktijden van zwerfvuil
Kenniswijzer > Zwerfvuil > Verpakkingen > Afbraaktijden van zwerfvuil

Zwerfvuil verdwijnt niet zomaar. Als het niet door stadsdiensten of geëngageerde Mooimakers opgeruimd wordt, dan blijft het liggen. Wat dan? Dan zal het afval langzaam afbreken. In het beste geval duurt dit enkele weken. Meestal spreken we echter over jaren. Sommige soorten zwerfvuil breken nooit helemaal af. Hoe gaat dat precies in zijn werk?

 

Wat is afbraaktijd?

Met afbraaktijd bedoelen we de tijd die de natuur nodig heeft om materiaal af te breken tot het in eerste instantie niet meer herkenbaar aanwezig is. Daarna volgt nog een tweede fase waarin de onherkenbare resten deels of volledig vergaan. Wat betreft zwerfvuil is het dus de tijd die de natuur nodig heeft om het afval te verteren. Alle soorten zwerfvuil hebben hun eigen afbraaktijd.

 

Hoe breekt de natuur organisch afval af?

Voorbeelden van biologisch afbreekbaar organisch zwerfvuil zijn klokhuizen van appels, bananenschillen, brood, papieren doekjes, kranten …

De natuur gebruikt micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels, en hun enzymen om organisch materiaal af te breken. Ze worden daarbij geholpen door grotere afbraakorganismen zoals wormen en springstaarten. Het materiaal breekt af in alsmaar kleinere stukjes, tot op een gegeven moment het niet meer visueel herkenbaar is. De snelheid waarmee dat gebeurt, hangt wel af van het soort organisch materiaal en de omstandigheden. Een aardappel bijvoorbeeld verteert sneller dan een stuk hout, omdat het zetmeel in aardappels makkelijker afbreekt dan het lignine in hout. Afbraakorganismen hebben naast een evenwichtige voeding ook nood aan zuurstof, warmte en vocht.

Onze Natuur heeft de afbraaktijd van fruitafval in beeld gebracht.

 

Wat gebeurt er met anorganische stoffen en hoe breken ze af?

Voorbeelden van anorganisch zwerfvuil zijn blikjes, glazen potten en flessen.

Anorganische materialen zijn gemaakt uit natuurlijke mineralen (zoals zouten en zand) of metalen (zoals ijzer, koper, aluminium, zilver en goud). Dat zijn heel duurzame stoffen. Deze materialen verdwijnen heel langzaam of zelfs nooit, omdat de stukjes niet goed los te knippen zijn. Dat maakt hen wel erg geschikt voor recyclage.

Glas is gemaakt uit o.a. zand (korrels van mineralen en gesteenten). Zo duurzaam dat glas eindeloos kan worden gerecycleerd zonder kwaliteit te verliezen.

Metalen bevatten een rooster dat de stukjes heel goed bij elkaar houdt (de atomen zitten in een kristalrooster met elkaar verbonden). Onedele metalen zoals ijzer, zink en magnesium lossen langzaam op in zuren, dus via chemische processen. Metalen kunnen ook verweren onder invloed van zuurstof; een voorbeeld is ijzer dat verroest. Bij aluminium gaat dit langzamer en goud, zilver, platina en lood zijn niet of nauwelijks gevoelig voor de invloed van zuurstof. Daarom vinden we bij opgravingen nog steeds loden pijpen uit de Romeinse tijd.

 

Wat is de afbraaktijd van plastic?

Voorbeelden van plastic zwerfvuil zijn petflessen, plastic zakken, plastic bekers, piepschuim … Zelfs kauwgom is meestal gemaakt van synthetische polymeren.

De afbraak van plastic is sterk afhankelijk van de samenstelling (soort plastic), de vorm en de omgevingsomstandigheden. Echte degradatie houdt in dat de polymeren (verbindingen die uit een hele reeks van dezelfde moleculen bestaan) tot hun afzonderlijke bouwstenen (heel vaak C, N, O) worden herleid. Dat gebeurt onder invloed van UV-straling, thermo-oxidatie, micro-organismen ... In de natuur zijn er geen (biologische) processen, zoals enzymen, die de atoombindingen in de klassieke polymeermoleculen van plastic kunnen afbreken. Deze plastics zullen dus nooit volledig afbreken in de natuur, maar hoogstens verweren en in stukken uiteenvallen door de inwerking van de zon, door het schuren van o.a. de wind en door de regen … Zo blijven ze bestaan als microplastics (kleiner dan 5 mm) of zelfs onzichtbare nanodeeltjes.

Zogenaamde bio-afbreekbare plastics zijn geen oplossing voor het plastic zwerfvuil. Deze hebben ook heel speciale omstandigheden nodig om te kunnen afbreken (de juiste temperatuur, de juiste micro-organismen ...). Als bio-afbreekbare plastics zomaar in de natuur terechtkomen (als zwerfvuil) betekent dat niet dat ze spontaan zullen afbreken. Als de juiste omstandigheden er niet zijn, dan kunnen ook zij bijdragen aan micro-plastic vervuiling.

 

Welke omstandigheden bepalen de snelheid waarmee zwerfvuil wordt afgebroken?

De afbraaktijd hangt niet alleen af van het materiaal, maar ook van waar het afval ligt. In een vochtig bos verteert een appel sneller dan in een droge woestijn. Dat is een zeer ingewikkeld proces. Over het algemeen geldt:

  • Bodem: Hoe meer enzymen, hoe sneller de afbraak. Droge zandgronden bevatten weinig bacteriën en schimmels (en dus weinig enzymen), waardoor zwerfvuil langzaam in stukjes wordt geknipt.
  • De lucht: Hoe meer zuurstof, hoe sneller. In een omgeving met veel zuurstof zijn snellere bacteriën en schimmels aan het werk. Doordat er veel zuurstof is, kunnen ze harder en sneller knippen: je appel verteert dan snel.
  • Grootte: Hoe groter, hoe langzamer. Simpel gezegd: een grote aardappel doet er langer over om verteerd te worden dan een krieltje (= kleine aardappel). Dat komt omdat het opknippen of opbreken tot kleinere stukjes langer duurt als het startpunt groter is.
  • Het klimaat: Hoe warmer en vochtiger, hoe sneller de afbraak van organisch materiaal. De temperatuur en de hoeveelheid vocht bepalen hoe snel afval wordt afgebroken. Als het warm en vochtig is, hebben de enzymen meer voedingsstoffen voor zichzelf en kunnen ze verteren. Dat verklaart ook waarom organisch zwerfvuil trager afbreekt dan het gft in een composthoop.

Het belang van deze factoren verschilt per materiaal. Plastic is bijvoorbeeld gevoelig voor licht en veel minder voor lucht, terwijl een bananenschil weer veel gevoeliger is voor de bodem waarop hij ligt en voor micro-organismen en vocht. Of denk aan het bewaren van een mammoet in permafrost en de mummificatie door uitdroging in zandwoestijnen.

 

Voorbeelden van afbraaktijden voor bepaalde types zwerfvuil?

  • appel - 2 weken
  • bananenschil - 1 tot 3 jaar
  • houten stokje van een ijsje - 5 jaar
  • wollen of katoenen sokken - 5 jaar
  • sigarettenpeuk - 2 tot 15 jaar*
  • kauwgom - 20 tot 25 jaar
  • blikje van frisdrank - 50 jaar
  • petfles - oneindig

 

Belangrijke noot: je vindt soms verschillende afbraaktijden voor eenzelfde product. De gevonden waarden zijn benaderingen/gemiddelden, omdat het afbreken zo afhankelijk is van vele factoren. Voor producten die uit meerdere materialen bestaan, is de afbraaktijd te bepalen per materiaal.

* Zo zitten er in de filters van sigarettenpeuken microplastics. Die vergaan nooit. Meer over de schadelijkheid van peuken vind je in ons artikel rond het negatieve effect van peuken op de natuur.

 

afbraaktijden