Handhaven op sluikstort en zwerfvuilprobleemsites in Mortsel
Kenniswijzer > Bedrijven en handelaars > Marktkramers > Handhaven op sluikstort en zwerfvuilprobleemsites in Mortsel

Context 

De stad Mortsel maakt al sinds 2018 deel uit van een Mooimakers-coachingtraject. In het kader van de integrale aanpak van zwerfvuil en sluikstort zetten zij tijdens dit driejarig traject ook in op handhaving, het sluitstuk van het vijfpijlerbeleid (intussen zespijlerbeleid).

Mortsel in cijfers 

Mortsel, een stad in de Antwerpse zuidrand, telt 26.000 inwoners en is daarmee de meest dichtbevolkte stad in Vlaanderen. Ze telt 200 zwerfvuilvrijwilligers die zich inzetten voor een propere omgeving en die de straat op gaan onder de noemer ‘buurtboeners’. 

De stad telt 260 straatvuilnisbakken waar de mensen hun afval op een correcte manier in kwijt kunnen.

Jaarlijks tellen ze 140 ton sluikstort en zwerfvuil (in dit cijfers zit ook het afval uit de 260 straatvuilnisbakken) en krijgen ze 1.500 meldingen van sluikstort en zwerfvuil via haar eigen meldingssysteem. 

Om de problematiek tegen te gaan doet Mortsel aan handhaving. De stad heeft daarvoor 2 gemeenschapswacht-vaststellers, 2 GAS-vaststellers en de lokale politie. 

Daarnaast is er ook 1 buurtgezicht dat zich inzet tegen zwerfvuil en sluikstort. Deze outreachend* medewerker is flexibel inzetbaar (ook in het weekend of laat op de avond) en focust zich uitsluitend op zachte handhaving, gezien hij geen GAS-bevoegdheid heeft.  

* Outreachend werken is een koepelterm voor ondersteuning buiten de eigen organisatie en binnen de leefwereld van maatschappelijk kwetsbare mensen. Het gaat om een actieve manier van contact leggen met mensen die daar niet altijd zelf om vragen. Outreachers gaan aan de slag op straten en pleinen. 

Aanpak 

Mortsel werkt met een integrale en dienst overschrijdende aanpak. Ze pakken de concrete probleemsituaties één per één aan. Voor elk van hen volgen ze 5 essentiële stappen

  1. een vooronderzoek, 
  2. het maken van een nulmeting, 
  3. een analyse waarna ze maatregelen formuleren (en uitvoeren), 
  4. een impactmeting en evaluatie, 
  5. eventuele bijsturingen. 

Hieronder een opsomming van de situaties en de desbetreffende aanpak. 

1. Bedrijfsafval op wekelijkse markt 

Wekelijks, tijdens en na de markt, kreeg de stad verschillende meldingen van waaivuil. Om de grootorde van het probleem in te schatten observeerden de marktleider en Fort Op Stap, een stedelijk maatwerk initiatief, de situatie gedurende 3 marktweken. De nulmeting was een feit. 

Na analyse van de resultaten bedacht en implementeerde de stad volgende maatregelen: 

  • Parkeerplaatsen voor marktkramers werden op hun vraag kwaliteitsvoller ingericht. 

  • Er werd een informatiebrief via marktleiders over parkeerproblemen en bedrijfsafval verspreid. Met daarin een duidelijke vermelding van artikels uit het gemeentereglement en de bijhorende gevolgen. 

  • Er werd toezicht gehouden door de gemeenschapswacht en Fort Op Stap. 

De invoering ervan had resultaat: geen meldingen meer over waaivuil en geen achtergebleven bedrijfsafval meer

Mortsel bedrijfsafval

2. Vroeg- en laattijdig aanbieden huis- en bedrijfsafval winkelstraat 

Huis- en bedrijfsafval werd in de winkelstraat van Mortsel geregeld te vroeg of te laat buitengezet. Na 1 maand van metingen en observaties van gemeenschapswachten, Fort Op Stad en dienst economie bleek de oorzaak van het probleem zowel bij de lokale handelaars als bij particulieren te liggen. 

Een verschillende aanpak voor handelaars en particulieren bleek na analyse nodig.  

Voor handelaars

  • werkten ze samen met een sanctionerend ambtenaar en de dienst lokale economie. Samen stelden ze een stappenplan op. 

  • maakten ze een brief op met stedelijke reglementen en gevolgen. Die gaf een medewerker van de dienst lokale economie af, voor extra duiding. 

  • werden enkele GAS-PV’s opgemaakt en werd een container van een private ophaalfirma van het openbaar domein verwijderd door de stadsdiensten.

Voor particulieren

  • busten ze gericht een waarschuwingsbrief bij adressen waar het probleem zich vaak stelt. 

  • deden gemeenschapswachten zichtbare controles.  

  • maakten ze waar nodig een GAS-PV op. 

Dit alles had een sterke daling van het probleem bij particulieren tot gevolg. Bij de handelaars werd het probleem zelfs volledig opgelost

 

3. Toezichtcamera bij ondergrondse afvalcontainers 

Nadat Mortsel ondergrondse afvalcontainers installeerden langs de hoofassen werden ze geconfronteerd met een probleem: rond de containers begon zich veel sluitstort te verzamelen. Het probleem werd gemonitord aan de hand van sluikstortmeldingen en opruimbewegingen van de afvalintercommunale en stedelijke medewerkers. 

sluikstortmelding Mortsel

Ze beslisten een vaste, verplaatsbare camera door de politie te laten plaatsen alsook on-site communicatie over het aantal vaststellingen op de locatie. 

De impact? Een sterke daling van het aantal sluikstorten en een duurzame impact van wanneer er een camera hangt

 

4. Fort 4: outreachend werken

Fort 4, een centraal gelegen park in Mortsel met bijhorende populaire zomerbar, bracht deze zomer een grote hoeveelheid sluikstort, zwerfvuil en vandalisme met zich mee. Het park proper houden was bijgevolg zeer intensief in de zomermaanden. 

Fort Op Stap verzamelde de volumes sluikstort en meldingen werden nauwkeurig bijgehouden. Na analyse werden er maatregelen bedacht en uitgevoerd: 

  • Losstaande en verplaatsbare picknickbanken werden per 2 aan elkaar vastgeketend. In de buurt van vuilnisbakken.  

  • Er werd een buurtgezicht geïntroduceerd. Een outreachende medewerker die in samenwerking met toezichters en politie ingezet werd. 

De maatregelen wierpen hun vruchten af: meldingen over zwerfvuil, sluikstort en vandalisme daalde sterk, net als het zwerfvuilvolume

 

5. Sportlandschap: sluikstort 

Sportlandschap bestaat uit sportvelden, landbouwgronden en een woonwagenterrein. Omringd met enkele landbouwwegen is er weinig sociale controle. Wekelijks krijgt de stad er verschillende sluikstortmeldingen.  

Om dit aan te pakken bracht de stad de meldingen in kaart, en al snel vormde er zich een duidelijk patroon. 

Infrastructurele ingrepen bleken nodig en werden geïmplementeerd:  

  • Het aanleggen van een aarden wal op ‘vaste’ sluikstortlocaties waar mogelijk.  

  • Aanvullend werden er ook waarschuwingsborden met sensor en verlichting geplaatst.  

  • Er werd een fietsostrade aangelegd en de sportinfrastructuur werd afgewerkt, waardoor de sociale controle van de betreffende locatie toenam.  

  • Er werd extra toezicht gehouden op het woonwagenterrein. 

De resultaten waren eerst positief. Ze zagen een sterke daling. Jammer genoeg zien ze nu alweer een stijgende trend. De verplaatsing van het sluikstort was te voorspellen op basis van de plaatsing van het waarschuwingsbord. 

Mortsel denkt er over na om in de toekomst een vaste camera in te zetten die verplaatsbaar is.