Handhaving op zwerfvuil: twee wettelijke instrumenten
Kenniswijzer > Handhaving > Handhavingsbeleid > Handhaving op zwerfvuil: twee wettelijke instrumenten

Om zwerfvuil te handhaven bestaan er twee algemene manieren:

  1. De gemeente neemt het handhaven van zwerfvuil op in de politieverordening en voert een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS) in voor kleine afvalovertredingen. Gevolg: deze overtredingen zijn niet langer strafrechtelijk strafbaar en krijgen dus enkel een administratieve opvolging via GAS.
  2. De gemeente neemt het handhaven van zwerfvuil niet op in de politieverordening. De handhaving gebeurt door de lokale politie of door een milieutoezichthouder volgens het Milieuhandhavingsdecreet als een overtreding van het Materialendecreet (artikel 12).

Bepaalde groepen toezichthouders, bijvoorbeeld die van de Lijn, kunnen soms ook zwerfvuil beboeten op basis van een intern reglement. In principe gaat het dan over een retributiereglement.

 

1. Handhaven via GAS

Als sanctie tegen zwerfvuil, hondenpoep of sluikstorten schrijven veel lokale besturen GAS-boetes uit: dat is snel en efficiënt en er is geen tussenkomst nodig van parket en gerecht. De gemeente kan zo eigen accenten leggen in haar antwoord op openbare overlast. GAS-boetes zijn bedoeld om tegen kleine vormen van openbare overlast op te treden.

Enkele voorbeelden:

  • zwerfvuil (sigarettenpeuken, kauwgom, blikjes, wikkels en andere lege verpakkingen …);
  • hondenpoep niet opruimen en/of geen hondenpoepzakje bijhebben;
  • sluikstorten van huishoudelijk afval in kleine hoeveelheden. Aangezien de wetgeving die ‘kleine hoeveelheid’ niet concreet afbakent, omschrijf je dit best correct in het GAS-reglement.

Daarom vind je hier onder de relevante artikelen uit het Model-politiereglement die omschrijven welke vormen van zwerfvuil en sluikstorten onder GAS kunnen vallen.

  • Artikel 24
    • het achterlaten van maximaal 2 zakken van 60 liter of gelijkaardig volume niet-gevaarlijk huishoudelijk afval;
    • het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen in strijd met het politiereglement;
    • het achterlaten van zwerfvuil (o.a. sigarettenpeuken, kauwgom, blikjes, wikkels en andere lege verpakkingen);
    • het aanbieden van afvalstoffen bij een gemeentelijke inzameling op een wijze die niet overeenstemt met de bepalingen van deze politieverordening;
    • het niet naleven van het verbod om reclamedrukwerk en regionale pers te bedelen in leegstaande panden of brievenbussen met een ja/neen- of neen/neen-sticker of op het openbaar domein. Het achterlaten van autokaartjes op geparkeerde voertuigen;
    • het niet plaatsen van de nodige inzamelrecipiënten door verkooppunten voor tabaksproducten, drank en voeding bestemd voor onmiddellijke consumptie;
    • het niet opruimen, minstens elke openingsdag, van alle afvalstoffen die afkomstig zijn van de producten die de uitbater verkocht heeft en dit in een straal van 25 meter vanaf de grens van de inrichting;
    • het niet opruimen van hondenpoep of uitwerpselen van dieren;
    • het niet bijhebben, door de begeleiders van kleine huisdieren, van een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van hun dier;
    • het niet bijhebben van een zakasbakje bij het roken in de openbare ruimte op plaatsen waar geen recipiënt is voorzien.
  • Volgende afvalgerelateerde kleine vormen van overlast worden bestraft met een gemeentelijke administratieve sanctie overeenkomstig artikel 119bis van de Gemeentewet, voor zover de wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien:

 

  • Artikel 25

    Alle andere overtredingen op de bepalingen van deze politieverordening worden bestraft met politiestraffen, voor zover wetten, decreten, algemene of provinciale verordeningen op dit vlak geen andere straffen voorzien.

    Wanneer een overtreding van een bepaling is begaan met een motorvoertuig wordt bij afwezigheid van de bestuurder de administratieve geldboete ten laste gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig. De houder van de kentekenplaat mag met alle middelen aantonen wie op het ogenblik van de feiten met het voertuig reed. Zo de door de houder van de kentekenplaat aangeduide persoon de inbreuk niet weerlegt of ontkent, wordt de administratieve geldboete hem ten laste gelegd.

Door dat te integreren in de gemeentelijke politieverordening, ligt vast welke afvalovertredingen met GAS beboet kunnen worden. Mooimakers roept alle handhavers op om deze artikels over te nemen in hun politiereglement.

Wie handhaaft het GAS-reglement?

  • Vanuit de rol van toezichthouder: GAS-vaststellers (politiemedewerkers en gemachtigde ambtenaren zoals gemeenschapswachten die vaststellingen op het terrein doen), intergemeentelijke toezichthouders …
  • Vanuit een sanctionerende rol: GAS-sanctionerende ambtenaren (die beslissen welke overtredingen worden gesanctioneerd en voor welk bedrag).

In de praktijk leidt handhaven van zwerfvuil via GAS zelden tot een boete. Betrapt een handhaver iemand op heterdaad, dan spreekt hij die persoon doorgaans aan. Als die het afval opraapt, blijft het daar meestal bij.

 

2. Handhaven volgens het Materialendecreet

Artikel 12 van het Materialendecreet verbiedt om ‘afvalstoffen achter te laten of te verwijderen in strijd met de voorschriften van het decreet of zijn uitvoeringsbesluiten’. Zwerfvuil en hondenpoep kunnen dus gehandhaafd worden volgens het Milieuhandhavingsdecreet als een overtreding van artikel 12, §1 van het Materialendecreet.

Wie handhaaft volgens het Materialendecreet?

  • lokale en gewestelijke milieutoezichthouders;
  • de lokale politie.

 

Bij handhaving op basis van het Materialendecreet maakt de bevoegde milieutoezichthouder of de politie een proces-verbaal op. Het pv gaat naar het parket, dat het strafrechtelijk behandelt of doorstuurt naar de afdeling handhaving van het Departement Omgeving voor het opleggen van een bestuurlijke geldboete. In lokale besturen waar een GAS-reglement de sanctionering van zwerfvuil voorziet en regelt, zal dit niet meer te handhaven zijn op basis van het Materialendecreet.