Lesfiche Zwerfvuil soorten - 1ste en 2de leerjaar
Kenniswijzer > Scholen en verenigingen > Lesmateriaal > Lesfiche Zwerfvuil soorten - 1ste en 2de leerjaar

Wil je met jonge leerlingen een klasgesprek aangaan over zwerfvuil, dan kan je met deze informatie aan de slag gaan.

De zwerfvuilbingo

Download de bingokaart en print die af voor elke leerling. Laat de leerlingen in hun eigen straat op zoek gaan naar zwerfvuil. Wat ze vinden ruimen ze natuurlijk ook op. Als ze iets vinden dat op de bingokaart staat, mogen ze dat afvinken.
Wie vindt alle items? Bingo!
Vraag aan de leerlingen om hun bingokaart na hun zwerfvuiltocht mee te nemen voor het klasgesprek.

zwerfvuilbingo

Opzet van het klasgesprek

Aan de hand van de zwerfvuilmemory uit Zonnekind - Themanummer 'Help je mee de natuur?' kan je het gesprek leiden.

Zwerfvuilmemory

Methodiek:

  • Scheur de kaartjes uit Zonnekind (of print en knip ze) en schik ze door elkaar op de tafel, zoals een klassiek memoryspel.
  • De leerlingen mogen één voor één proberen een juiste combinatie te maken van het icoon van een stuk afval en de foto ervan.
  • Is er een duo gevonden, dan wordt dat stuk afval besproken.
  • Ga na wie het stuk zwerfvuil gevonden heeft a.d.h.v. hun bingokaart.
  • Na de laatste fractie van de memory kan je vragen of iemand nog iets opgeruimd heeft dat niet op de bingokaart staat?

Vragen per stuk afval:

  • Wie heeft dit soort zwerfvuil gevonden? Via de bingokaart…
  • Waar heb je het afval gevonden?
  • Waar hoort het thuis? In gftbak, in papiermand, in glascontainer, in recyclagepark?
  • Laat je het zelf soms slingeren op straat, op de speelplaats of in de natuur?
  • Kan je iets bedenken om ervoor te zorgen dat dat stuk afval niet meer op straat terecht komt?
  • Kan je iets bedenken om dat niet meer als afval te hebben?

Achtergrondinformatie voor de leerkracht

  • Wat is zwerfvuil eigenlijk?

Zwerfvuil is klein afval dat we zonder nadenken op straat weggooien. Voorbeelden genoeg: sigarettenpeuken, kauwgom, etensresten, blikjes, plastic flesjes, tickets, papieren zakjes, kranten, tijdschriften ... Noem maar op. OK, meestal gaat het om kleine hoeveelheden, maar die vele kleintjes zorgen er wel voor dat onze straten vuil ogen. Vaak begint en eindigt de zwerftocht van het afval ook op de speelplaats, aan de bushalte of voor de schoolpoort.

  • Wat is het verschil tussen zwerfvuil en sluikstorten?

Zwerfvuil is klein afval dat bewust of onbewust door burgers wordt achtergelaten op een niet daarvoor bestemde plaats, na consumptie of gebruik. Sluikstorten daarentegen is afval dat bewust op openbare plaatsen wordt achtergelaten, omdat degene die het veroorzaakt niet wil betalen voor dat afval of de moeite niet wil doen om het op een reglementaire wijze aan te bieden. Voorbeelden zijn: huishoudelijk afval dat in een klein zakje in een gemeentelijke vuilnisbak wordt gegooid, grotere stukken die worden achtergelaten (matrassen, koelkasten …), bouw- en sloopafval dat ergens wordt gedumpt ...

  • Wie veroorzaakt zwerfvuil?

Iedereen en niemand. Want niemand gooit nog bewust zijn afval op straat, toch? Mja, toch … We zijn goed bezig met z’n allen, maar het kan natuurlijk nog altijd beter. En het moet nog beter. Want met een kleine inspanning van ons allemaal zijn we binnenkort voorgoed verlost van rondslingerende peuken, klokhuizen, papiertjes, kauwgom en blikjes. En dat wil toch iedereen?

  • En de gevolgen?

Zwerfvuil opruimen kost niet alleen een bom geld, maar ook veel tijd en inzet. Bovendien is zwerfvuil voor veel mensen een bron van ongenoegen. Geef toe, het is toch veel leuker wonen en spelen in een buurt zonder allerlei rommel op de grond. Bovendien heeft het ook nare gevolgen voor de natuur. Zo zien dieren afval soms als voedsel of vervuilt afval onze bodem en rivieren.

 

 

Dit lesidee kwam tot stand in samenwerking met Uitgeverij Averbode.