Problematiek
Aanpak
- Vooraleerst werden er extra vuilnisbakken (infrastructuur) geplaatst op de hotspots, deze werden door de jongeren zelf bewerkt met graffiti. Op deze manier werden de leerlingen zelf direct betrokken in het project en kregen zij een gevoel van eigenaarschap (participatie), wat ook een gedragsbeïnvloeding tot stand brengt.
- In een volgende fase werden er pijlen naar vuilnisbakken getrokken om ze beter in beeld te brengen en affiches bij handelaars gehangen.
- In samenwerking met de lokale broodjes- en snackzaken in de schoolomgeving rolden zij de zwerfvuilcampagne ‘Gie zie ne properen!’ uit (communicatie). Mensen die ’s middags hun middagmaal op een bankje eten in het park en hun afval in de vuilnisbak gooiden, konden ‘betrapt’ worden op het juiste gedrag en werden beloond met een bon die ingeruild kon werden bij de lokale horecazaken (handhaving).
- Ook werd een oproep gelanceerd om een selfie te nemen van het correct in de vuilnisbak gooien met hashtag #properen (participatie). Zij maakten ook kans op bonnen voor bij de deelnemende handelaars of een festivalticket.
Resultaten
Er werd een locatiegebonden nulmeting uitgevoerd voor de campagne en effectmetingen tijdens en na de campagne om het effect van de campagne te kunnen bepalen. De resultaten waren plaatsgebonden. Gemiddeld werd er 60% minder zwerfvuil gevonden (= het totaal van de gemeten locaties in het centrum). Op bepaalde locaties zelfs 90% minder. Drie maanden na de campagne nam het zwerfvuil weer toe maar lag er gemiddeld nog steeds 44% minder zwerfvuil in vergelijking met de nulmeting. Parken en pleinen waren de succesvolste locaties. Op verbindingswegen en parkings en stations was er minder invloed. De meeste mensen lieten zich betrappen, het trekken van een selfie was minder succesvol. De campagne had veel succes en werd gedragen door de leerlingen. Wel was herhaling nodig om een langdurig effect te waarborgen.