Profacts voerde in opdracht van Mooimakers in 2023 een onderzoek rond daderprofielen zwerfvuil en sluikstort uit. Het onderzoek moest een antwoord bieden op volgende vragen:
- Waarom wordt er zwerfvuil/sluikstort veroorzaakt?
- Wat zijn de motivatoren en demotivatoren voor het veroorzaken van zwerfvuil/sluikstort?
- In welke mate speelt bewust of onbewust gedrag (attitude versus gedrag)?
- Welke mythes en overtuigingen zijn aan de orde?
- Wat trekt de burger over de streep om zwerfvuil/sluikstort toch te voorkomen?
- Via welke infokanalen wordt informatie opgepikt?
- Wat zijn de bijhorende beleidsaanbevelingen?
Het onderzoek
Enerzijds bestond het onderzoek uit een literatuuronderzoek en anderzijds werd er zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve bevraging georganiseerd.
In dit artikel gaan we dieper in op het daderprofiel zwerfvuil. Het artikel over het daderprofiel sluikstort en daderprofiel sluikstort bij bedrijven met minder dan 10 werknemers vind je hier.
Literatuuronderzoek
Uit de literatuur werd vooral de PNAL-schaal (Personal Norm Against Littering) meegenomen. Deze peilt naar de intrinsieke motivatie om geen zwerfvuil achter te laten in bepaalde situaties. De schaal blijkt een goede voorspeller van risico op het achterlaten van zwerfvuil. Een ja/nee-vraag levert namelijk niet altijd betrouwbare resultaten op in dergelijk onderzoek wegens sociaal wenselijke antwoorden.
In dit onderzoek focust men op het gedrag van respondenten en kon men met zekerheid zeggen of iemand zwerfvuil achtergelaten had of niet. De onderzoekers geven aan dat de gemiddelde score van zwerfvuilveroorzakers lager dan 7,7 is. Analoog hiermee werd de volgende onderverdeling gemaakt:
- laag risico: PNAL>7
- gemiddeld risico: PNAL 5-7
- hoog risico: PNAL <5
Kwantitatief en kwalitatief onderzoek
Het kwantitatieve onderzoek bestond uit een bevraging via een panel. Het kwalitatieve onderzoek bestond uit een bevraging van drie focusgroepen. De steekproef (N = 1006) werd zodanig samengesteld dat deze representatief was voor Vlaanderen.
Resultaten en bevindingen
Segmentatie
Op basis van het risicoprofiel en de visie komen we tot een segmentatie met 4 segmenten van profielen.
- Een grote groep Principiëlen (51%) heeft een sterke intrinsieke norm om geen zwerfvuil achter te laten.
- Een tweede grote groep Per Ongeluk (30%) die ook een sterke intrinsieke norm ervaren, maar die wel eens zwerfvuil achterlaten als ze niet zelf de causale factor (waait weg, regent, …) zijn.
- Een kleinere groep, nl. de Goedpraters (10%) die externe factoren als excuus gebruiken en eigen zwerfvuil-gedrag proberen ‘goed te praten’ (rioolputje is minder erg, het zorgt voor werkgelegenheid, de hoeveelheid neemt de laatste jaren af, etc.).
- Een kleine groep Onverschilligen (9%) waar moeilijk vat op te krijgen is. Ze hebben een lage tot geen intrinsieke motivatie om geen zwerfvuil achter te laten.
Elk segment heeft zijn eigen karakteristieken:
Principiëlen (51%) - gemiddeld 54 jaar
- hoge intrinsieke motivatie om geen zwerfvuil achter te laten (geen enkele omstandigheid kan hen overtuigen)
- laag risico op zwerfvuil achterlaten
- pessimistisch
- meerderheid van de mensen laat wel eens zwerfvuil/peuk achter
- hoeveelheid zwerfvuil neemt de laatste jaren niet af
- de pakkans is klein
- verantwoordelijkheid ligt bij burger
- bewust van dat zwerfvuil anderen schaadt en de natuur ernstige schade toebrengt
- zwerfvuil achterlaten op openbaar domein is even erg als op privaat domein
- regelmatig kuisen van straten is geen reden om het achterlaten van zwerfvuil minder erg te vinden
- ‘het wordt toch opgekuist’ is geen argument
- het al aanwezig zijn van zwerfvuil op een plek is geen reden om er zelf ook iets achter te laten
- zwerfvuil trekt ratten en ander afval aan
- ergeren zich aan de hinder van zwerfvuil
- achterlaten van zwerfvuil moet zwaar bestraft worden
Per ongeluk (30%) - gemiddeld 50 jaar
- ervaren intrinsieke motivatie om geen zwerfvuil achter te laten
- extrinsieke factoren kunnen hen aanzetten om het toch te doen
- laag tot gemiddeld risico
- eerder pessimistisch
- meerderheid van de mensen laat wel eens zwerfvuil/peuk achter
- de hoeveelheid zwerfvuil neemt de laatste jaren niet af
- de pakkans is klein
- zelf niet causale factor zijn speelt een rol (laten vallen, wegwaaien, het regent, …) -> zwerfvuil achterlaten
- er ligt een verantwoordelijkheid bij de burger
- zijn er zich bewust van dat zwerfvuil anderen schaadt en de natuur ernstige schade toebrengt
- zijn er niet van overtuigd dat zwerfvuil niet vergaat
- regelmatig gekuist worden van de straten is geen reden om het achterlaten van zwerfvuil minder erg te vinden
- ‘het wordt toch opgekuist’ is geen argument
- zwerfvuil achterlaten op openbaar domein is even erg als op privaat domein
- zwerfvuil trekt ratten en ander afval aan
- ergeren zich aan de hinder van zwerfvuil
Goedpraters (10%) - gemiddeld 36 jaar
- ervaren een lage intrinsieke motivatie om geen zwerfvuil achter te laten
- gemiddeld tot hoog risico
- praten eigen gedrag goed
- ‘anderen doen het’
- ‘rioolputje is beter dan op straat’
- er ligt al zwerfvuil
- de straten worden toch gekuist
- iets kleins (kauwgom, sigarettenpeuk, …) wordt binnen deze groep minder vaak als zwerfvuil gezien
- denken dat de hoeveelheid zwerfvuil afgenomen is de laatste jaren
- er ligt een verantwoordelijkheid bij de burger
- schade, hoeveelheid, hinder, … vallen wel mee
- zwerfvuil zorgt voor werkgelegenheid
- ervaren dat er wel degelijk een pakkans is
- vinden dat zwerfvuil achterlaten op het openbaar domein niet erg is zolang je het niet op iemand zijn eigendom doet
- omdat de straten regelmatig gekuist worden, is het achterlaten van zwerfvuil niet erg
- als er zwerfvuil ligt, gooien ze dat van hen er bij
- zwerfvuil trekt ratten en ander afval aan
- gemeente of stad is verantwoordelijk voor het opruimen
- achterlaten zwerfvuil moet bestraft worden
Onverschilligen (9%) - gemiddeld 39 jaar
- lage tot geen intrinsieke motivatie om geen zwerfvuil achter te laten
- hoog risico
- zien het probleem niet
- het vergaat
- het brengt de natuur geen schade toe
- het is iets kleins
- iets kleins (kauwgom, sigarettenpeuk, …) wordt binnen deze groep minder vaak als zwerfvuil gezien
- ‘anderen doen het niet’
- ‘het is niet erg’
- de verantwoordelijkheid ligt niet bij de burger
Wanneer we deze segmenten onderling vergelijken op vlak van socio-demografische gegevens zien we enkel significante verschillen op vlak van leeftijd.
- De Principiëlen zijn wat ouder. Ze zijn gemiddeld 54 jaar oud en hebben significant meer 55+’ers dan de andere drie groepen.
- Bij de Per Ongelukkers is de gemiddelde leeftijd 50 jaar. 42% is 55+, wat significant meer is dan bij de Goedpraters en de Onverschilligen.
- Bij de Goedpraters zitten er meer jongvolwassenen. De gemiddelde leeftijd is 36 jaar en 54% is tussen de 16 en 34 jaar, wat significant meer is dan bij de Principiëlen en de Per Ongelukkers.
- De gemiddelde leeftijd bij de Onverschilligen is 39 jaar. 53% is tussen de 16 en 34 jaar.
Op de andere socio-demografische gegevens zoals gender, provincie waar ze wonen, sociale klasse, etc. werden geen significante verschillen vastgesteld.
Wat leert de studie ons nog?
De studie geeft ons eveneens inzicht over de kennis, het gedrag en de motieven waarom er zwerfvuil wordt achtergelaten en leert ons iets over de Vlamingen in het algemeen en hun zwerfvuilgedrag.
Kennis
- er lijkt verwarring te zijn tussen zwerfvuil en sluikstort
- goedpraters en Onverschilligen geven aan dat iets kleins (kauwgom, sigarettenpeuk,…) geen zwerfvuil is
- wat biologisch afbreekbaar is, scoort in alle vier de segmenten lager op ‘zwerfvuil’
Gedrag & motieven
- vooral Goedpraters en Onverschilligen lieten de voorbije maand zwerfvuil achter
- voor zwerfvuil achterlaten wordt veel schuld bij de vuilnisbak zelf gelegd (er was er geen of hij was vol)
- oplossingen tegen zwerfvuil lijken de vuilnisbak zelf, én statiegeld
- bij de motivatie om geen zwerfvuil achter te laten zit bij alle vier ‘respect voor de natuur,’ ‘Ik wil mijn omgeving netjes houden’ en ‘uit gewoonte’ in de top 3, weliswaar in een andere volgorde
- rokers die hun peuken op de grond of in een rioolputje gooien geven aan dit te doen omdat er geen asbak in de buurt is. De meerderheid van de rokers die dit niet doen, geeft aan een zakasbak te hebben
De 5 belangrijkste redenen waarom de bevraagden zelf zwerfvuil achterlaten zijn:
De 5 belangrijkste redenen waarom anderen volgens de bevraagden zwerfvuil achterlaten zijn:
- opvoeding
- er is geen vuilnisbak
- er snel vanaf willen
- gewoonte
- er ligt al zwerfvuil
De 3 meest gebruikte redenen waarom de bevraagden zelf geen zwerfvuil achterlaten zijn:
Vlamingen en zwerfvuil achterlaten in het algemeen, los van de segmenten.
- 11% van de Vlamingen heeft een hoog risicoprofiel om zwerfvuil achter te laten.
- 61% van de Vlamingen heeft een laag risicoprofiel om zwerfvuil achter te laten.
- 72% van de Vlamingen geeft aan nog nooit zwerfvuil achtergelaten te hebben.
- 21% geeft aan de voorbije maand zwerfvuil achtergelaten te hebben.
Op vlak van socio-demografische gegevens zien we geen relevante verschillen, behalve opnieuw bij leeftijd.
- Vlamingen tussen 16 en 34 jaar, en dan vooral 16 tot en met 24-jarigen geven significant vaker aan al eens zwerfvuil achter gelaten te hebben dan Vlamingen die 35+ zijn.
- Vlamingen die 65+ zijn geven significant vaker aan dit nog nooit gedaan te hebben.
De Personal norm against littering (PNAL) of het risicoprofiel geeft dezelfde trend aan.
Verder is er, in tegenstelling tot bij de segmenten, op Vlaams niveau een verband tussen moeilijk kunnen rondkomen met het beschikbare maandelijkse inkomen van het huishouden en een hoog risicoprofiel. Bijna de helft van de mensen met een hoog risicoprofiel geeft aan moeilijk te kunnen rondkomen met het beschikbare maandelijkse inkomen van het huishouden. Dit is significant meer dan bij de andere risicoprofielen.
Beleidsaanbevelingen
Uit de studie kwamen een aantal algemene aanbevelingen:
- blijven inzetten op vuilnisbakken (de juiste vuilnisbak op de juiste plaats via het vuilnisbakkenplan)
- blijven inzetten op educatie en bewustwording
- blijven inzetten op handhaving
Uit de studie kwamen ook aanbevelingen per segment naar boven:
Principiëlen
- informeren over wat zwerfvuil is en de gevolgen ervan met concrete voorbeelden
- op beleving werken (idee: wij zijn het niet maar de anderen)
- handhaving: realiteit schetsen met behulp van cijfers
Per ongelukkers
- op beleving werken (idee: wij zijn het niet maar de anderen)
- betere en correctere informatie geven over wat zwerfvuil is
Goedpraters
- vooral 16-34 jarigen: op plaatsen waar deze groepen aanwezig zijn werken op infrastructuur en preventie
- hebben weinig kennis van de impact van zwerfvuil: sensibiliseren met duidelijke boodschap uit hun leefwereld
- meer inzetten op educatie bij +16 jarigen
Onverschilligen
- blijven opruimen is belangrijk (vuil trekt vuil aan)
- gerichter werken op de infrastructuur en de noden die ze voelen
- informeren
Bevestiging 6 pijleraanpak zwerfvuil
Het onderzoek rond het daderprofiel zwerfvuil bevestigt de integrale 6 pijleraanpak die Mooimakers hanteert. We zien dit terugkomen in de aanbevelingen:
- infrastructuur: zet in op vuilnisbakken
- omgeving: zet in op beleving (van de buurt), blijven opruimen
- participatie: zet in op educatie, investeer in de buurt
- communicatie: informeer, sensibiliseer en zet in op bewustwording
- handhaving: zet in op boetes en handhaving
- preventie: Vooral 16-34 jarigen: op plaatsen waar deze groepen aanwezig zijn werken op preventie
Mooimakers gaat verder aan de slag met de resultaten van het onderzoek en zal deze in haar werking opnemen. Dit zal als volgt zijn:
- Gezien het onderzoek een bevestiging is van de integrale 6 pijleraanpak, zal Mooimakers hier verder op blijven inzetten. Daarnaaast zal er in de toekomst een nog belangrijkere focus gelegd worden op de doelgroep van 16-34 jarigen als belangrijke focusgroep in campagnes. Zowel qua inhoud als gekozen kanalen, zal er ingespeeld worden op die belangrijke doelgroep.
- Mooimakers zal ook haar pijlen nog meer richten op die segmenten die een hoog risico hebben en meer aandacht besteden aan waarom zwerfvuil niet kan (schadelijkheid, kosten, …) om te komen tot gedragsverandering bij die segmenten.
- De bestaande educatieve werking zal Mooimakers versterken en verbreden, hierbij rekening houdend met de focusgroep 16-34 jarigen.