De effectiviteit van peukenrecipiënten aan busstations
Kenniswijzer > Hotspots > Stopplaatsen openbaar vervoer > De effectiviteit van peukenrecipiënten aan busstations

Peuken op de grond: een gekend probleem in Vlaanderen. Wist je dat maar liefst 41% van het rondslingerend aantal stuks zwerfvuil peuken zijn? En dat openbaar vervoer stopplaatsen in de top 3 staat van de vuilste locaties in Vlaanderen. Reden genoeg om te onderzoeken welke oplossingen hier soelaas kunnen bieden.  

Mooimakers onderzocht (in samenwerking met De Lijn en de steden Sint-Niklaas, Tienen, Sint-Truiden en Mechelen) een van de mogelijkheden: de zogenaamde ‘peukenrecipiënten’. En meer specifiek: welke impact ze hebben op de netheid aan busstations. 

Doelstelling 

De doelstelling van het onderzoek was drieledig 

  • Nagaan hoeveel minder peuken rondslingeren op busstations na de plaatsing van peukenrecipiënten 
  • Nagaan welke peukenrecipiënt beter werkt: peukenpalen of peukentegels 
  • Nagaan of nudges rond peukenrecipiënten voor extra effect zorgen 

Het onderzoek in een notendop 

Het onderzoek begon in november 2020 en liep tot juni 2021. In die tijd deed het onderzoeksteam 4 locaties aan waar de peukentellingen plaatsvonden: 

  • Busstation Sint-Niklaas 
  • Busstation Tienen 
  • Busstation Sint-Truiden 
  • Busstation Mechelen 

Daar voerden ze telkens 2 tellingen uit: 

  • Het aantal peuken op de grond. Voor (de nulmeting) en na de plaatsing van peukenrecipiënten (de effectmeting). 
  • Het aantal gebruikers van het busstation. 

Voor dit onderzoek werden er 2 soorten recipiënten gebruikt: 

  • De peukentegel = een rooster op gelijke hoogte met de grond waar rokers hun peuk kunnen inwerpen. 
  • De peukenpaal = een paal op armhoogte waar rokers hun peuk in kunnen deponeren. 

Peukentegel

Peukentegel

Peukenpaal

Peukenpaal

De tellingen gebeurden wekelijks op een vaste looproute. Om een dubbeltelling te vermijden verzamelde het onderzoeksteam alle getelde peuken. Op die manier verzekerden ze zich van een zo betrouwbaar mogelijke meting. 

En “zo betrouwbaar mogelijk”, dat was in deze extra belangrijk. In de 14 weken (verspreid over 8 maanden) dat het onderzoek liep verkeerde België in volle coronacrisis, met maatregelen die vaak veranderden. Er lag met momenten ook sneeuw waardoor peuken niet gezien -laat staan geteld- konden worden. Het onderzoeksteam hield rekening met deze externe factoren en stelde metingen uit of bracht bijkomende variabelen in kaart om zo de invloed van deze factoren uit te schakelen of zo laag mogelijk te houden. 

Grafiek peukenonderzoek

Er werd gestart met een nulmeting: de toestand aan de busstations, zonder enige toevoeging van peukenrecipiënt was gekend. Ze wisten hoeveel peuken er lagen en hoeveel gebruikers er tegenover stonden.  En wat bleek? Elke 12 minuten belandt er een nieuwe peuk op de grond.  

Grafiek 2 peukenonderzoek

De impact van peukenrecipiënten aan busstations. 

De belangrijkste resultaten op een rijtje: 

  • Méér peuken in de effectmeting:  

Het aantal gevonden peuken lag in de effectmeting 18% hoger dan bij de nulmeting. De onderzoekers concludeerden daaruit dat rokers hun peuken minder snel in de straatkolk of vuilnisbak werpen wanneer er een peukenrecipiënt aanwezig is. 

  • Één op vier peuken belandt in peukenrecipiënten:  

Een kwart minder peuken slingerden rond op de stations na het plaatsen van zo een tegel of paal.  

  • De peukenpaal doet het beter dan de tegel:  

Bijna dubbel zo goed zelfs. En dit zonder enige vorm van ‘nudging’* 

peukenonderzoek

  • De zichtbaarheid en de locatie van de peukenrecipiënten lijken belangrijker dan het aantal:  

Sommige busstations hadden meer recipiënten, maar dat resulteerde niet noodzakelijk in betere resultaten. De zichtbaarheid gelinkt aan het type (de paal is nu eenmaal zichtbaarder dan de tegel) en locatie (aan de ‘kop’ van een perron of naast een vuilbak) blijken belangrijker dan hoeveelheid. 

Nudging 

Nudging betekent letterlijk: 'een zetje geven'. Positieve keuzes worden op een subtiele manier naar voren geschoven, zonder de andere keuzeopties weg te nemen of te benadelen. 

Na een eerste effectmeting (na het plaatsen van tegel en/of paal) werd er een tweede meting gedaan. Dit keer om te meten of een extra ‘nudge’ enige impact heeft. Een ‘nudge’ bestond in deze uit het toevoegen van fluogroene randen rond de recipiënt en het plaatsen van een extra pictogram of blauwe sticker die het gebruik visualiseerden. 

  • Na het toevoegen van een ‘nudge’ belandden één op drie peuken in de peukenrecipiënten (36%).  

Een stijging van 12% tegenover de effectmeting zonder nudge.  

grafiek 3 peukenonderzoek

De nudge verwezenlijkt een bijkomende effectiviteitsstijging van 50% bovenop de plaatsing van de peukenrecipiënten.” 

Er werden dus meer peuken verzameld en er lagen er opmerkelijk minder op de grond. Dit niet alleen rond de recipiënten zelf. Het effect van de de recipiënten en nudges omvatte het volledige busstation én bleef werken gedurende de volledige duur van de meetperiode.  

Besluit 

Het plaatsen van een specifiek recipiënt voor peuken zorgt voor een significante daling van peuken op de grond. De effectiviteit stijgt bij gebruik van een goed zichtbaar recipiënt, op de juiste locatie geplaatst én versterkt door het aanbrengen van nudging. 

Onderzoeksdocument: De effectiviteit van peukenrecipiënten aan busstations

Het volledige onderzoeksdocument kan je hier downloaden

Downloaden (pdf)