Knelpunten bij handhaving
Kenniswijzer > Handhaving > Wetgeving > Knelpunten bij handhaving

Het doel van handhaving is erop toezien dat de regels die de maatschappij belangrijk acht, nageleefd worden. Handhavers zetten de norm dus nog eens in de verf en zorgen ervoor dat burgers zich aan de regels houden.

Handhaving betekent niet dat elke overtreding altijd, onmiddellijk en streng aangepakt moet worden. Zo is een informeel traject (overtreders aanspreken, sociale controle) meestal ook erg efficiënt, zolang u maar een
stok achter de deur houdt. Minstens even belangrijk is om positief gedrag te belonen, bijvoorbeeld door mensen die afval mee naar huis nemen of zwerfvuil in het openbaar domein opruimen in de bloemetjes te zetten of een compliment te geven.

Bij het handhaven op zwerfvuil en sluikstorten kan het zijn dat je als handhaver met enkele knelpunten te kampen krijgt. Hier sommen we er enkele op:

Op heterdaad betrappen

De dader op heterdaad betrappen: dat is doorgaans de enige manier om mensen die zwerfvuil achterlaten te bestraffen. Maar dat is niet eenvoudig:

  • De procedure kost geld en levert niet altijd resultaat op (seponering en dergelijke).
  • De kans om daders op heterdaad te betrappen is klein.
  • Er is weinig draagvlak om zwerfvuil en kleine sluikstorten zwaar te bestraffen.
  • Handhavers zonder politiebevoegdheid of uniform ervaren problemen om daders te identificeren.
  • Zwerfvuil en sluikstorten handhaven is zelden een prioriteit; het wordt niet altijd als kerntaak gezien.

Om de kans om daders op heterdaad te betrappen te verhogen, is een mix van instrumenten het meest effectief:

  • Patrouilleer ook ’s avonds en in het weekend. Zo zal je vaker overtredingen vaststellen en daders betrappen.
  • Patrouilleer zowel anoniem als in uniform. In uniform werkt eerder sensibiliserend en afschrikkend, terwijl anoniem gericht is op sanctioneren.
  • Controleer op ‘hotspots’ (snel vervuilende locaties), zoals snoeproutes tussen scholen en bushaltes, afvalverzamelpunten en anonieme dumplocaties.
  • Combineer acties met andere handhavingstaken, zoals alcoholcontroles. Bijvoorbeeld: een chauffeur die een sigaret naar buiten gooit aanspreken op zijn gedrag.
  • Doorzoek sluikstorten op identificatiegegevens van overtreders.
  • Overweeg het gebruik van camera’s. Hoewel niet zaligmakend, bieden ze een nuttig hulpmiddel overtreders te identificeren. Maar ze zijn ook gebonden aan strikte regelgeving en vragen een grote personeelsinzet.

Publiek draagvlak

GAS-boetes die de pers halen, oogsten soms nog verontwaardiging. Zwerfvuilboetes staan niet in verhouding tot de overtreding, vinden sommigen. Nochtans ergeren drie op de vier Vlamingen zich aan zwerfvuil en sluikstorten en staat het thema bij burgerbevragingen steeds in de top drie van ergernissen. Om het publieke draagvlak te vergroten, is het cruciaal om te blijven sensibiliseren en aandacht te hebben voor de gevolgen van zwerfvuil en sluikstorten. Dit wil niet zeggen dat een handhavingsactie verplicht vooraf gaat aan een sensibiliseringsactie.

Recent onderzoek (2022) toont aan dat handhaving op zwerfvuil ondertussen door velen als positief en noodzakelijk ervaren wordt, maar dat het wel op een eerbiedige en evenwichtige manier moet gebeuren.

Afstemming handhavingsinstrumenten

Momenteel bestaat er geen overleg tussen de gemeenten onderling of tussen gemeenten en andere handhavende overheden om de handhavingsinstrumenten voor zwerfvuil en sluikstorten op elkaar af te stemmen. Die versnippering leidt tot onduidelijke situaties op het terrein. Daarnaast is in veel GAS-reglementen niet duidelijk welke types sluikstorten onder GAS vallen en welke niet. Daarom raden we je aan om artikels 24-25 van het modelpolitiereglement over te nemen in jouw gemeente. Die verduidelijken welke hoeveelheden en types sluikstorten een milieuovertreding vormen (te handhaven via artikel 12 van het Materialendecreet) en welke hoeveelheden en types via GAS beboet kunnen worden. Die integratie moet de concrete uitwerking van het handhavingsbeleid rond zwerfvuil en sluikstorten in heel Vlaanderen eenvormiger maken.  

Gewestelijke toezichthouders die willen handhaven in gemeenten met een GAS-reglement kampen vandaag met een juridisch knelpunt. Zij zijn niet bevoegd om pv’s op te maken voor zwerfvuil en kleine vormen van sluikstorten. Dergelijke overtredingen mogen uitsluitend via het GAS-reglement worden gesanctioneerd. Het Departement Omgeving (vroeger Leefmilieu, Natuur en Energie) van de Vlaamse overheid werkt aan een oplossing voor de aanpassing van de GAS-wetgeving. Dit is echter een procedure van lange adem en een oplossing wordt dit jaar nog niet voorzien.

Boetes voor minderjarigen

GAS-boetes kunnen opgelegd worden aan jongeren vanaf 14 jaar (in de meeste gemeenten pas vanaf 16 jaar of zelfs helemaal niet). Tegelijk is het verplicht om aan minderjarige daders bemiddeling voor te stellen. In de praktijk wordt tijdens een bemiddelingsgesprek met ouders en minderjarige afgesproken om excuses aan te bieden of schade te herstellen, soms vraagt men om mee te gaan met de reinigingsdienst of deel te nemen aan een milieuklas. Op lange termijn hebben dergelijke alternatieve straffen doorgaans meer effect dan een geldboete

Aanspreken overtreders

Een inwoner die in zijn wijk zwerfvuil ruimt, zorgt voor sociale controle en dat schrikt overtreders af. Ook effectief is vervuilers aanspreken op hun ongewenste gedrag. De gemeente kan zelf bijdragen aan handhaving, zelfs zonder handhavers op het terrein. Zo kunnen medewerkers zonder handhavende bevoegdheid positief gedrag belonen, de sociale controle verhogen en overtreders aanspreken. Het is niet evident om overtreders op een positieve en constructieve manier aan te spreken. Daar komt nog bij dat veel GAS-vaststellers geen uniform dragen, wat sterke communicatieve vaardigheden nog belangrijker maakt. Mooimakers biedt daarom een vorming rond het aanspreken van vervuilers aan.