Onderzoek concludeert dat handhaving op zwerfvuil als positief en noodzakelijk ervaren wordt
Kenniswijzer > Handhaving > Handhavingsbeleid > Onderzoek concludeert dat handhaving op zwerfvuil als positief en noodzakelijk ervaren wordt

Mooimakers deed in 2022 onderzoek naar de perceptie van de inwoners (en bezoekers) over zowel zwerfvuil als over de pakkans: wijzigt dat na de inzet van de zwerfvuilhandhavers?

De handhavers

Omdat er op korte termijn bijkomende inspanningen nodig waren rond de zwerfvuilproblematiek, startten er in 2021 zwerfvuilhandhavers bij de OVAM (dit in het kader van het zwerfvuilcharter opgesteld onder minister van omgeving Zuhal Demir). Lokale besturen kunnen ze gratis inzetten als GAS-vaststellers. Ze werken altijd anoniem, in duo en kunnen ook ’s nachts en in het weekend aan de slag. Er deden al verschillende lokale besturen een beroep op de vaststellers.

Onderzoek

Doelstellingen

Concreet onderzocht Mooimakers het volgende:

  • Hoe percipiëren de aanwezige passanten de actie met de zwerfvuilhandhavers? Hoe wordt de actie beleefd?
  • Hoe staan ze tegenover de handhaving? Negatief? Positief? En in welke hoedanigheid?
  • Hoe zien ze de resultaten van de actie? Heeft het volgens hen een impact op hun omgeving?
  • Heeft de actie volgens hen een weerslag op het imago van hun buurt?
  • Zien ze een mentaliteitsverandering? Hoe? Wat veranderde er juist en is dat volgens hen iets duurzaams?

Onderzoeksopzet

Er werd in drie steden: Turnhout, Herentals en Geel, op 3 locaties geobserveerd. In totaal bevraagde het onderzoeksteam 99 respondenten tussen 5 en 12 juli 2022.

Bevindingen

Over de verschillende bevraagde locaties en respondenten komen er een aantal duidelijke bevindingen naar boven.

  • De respondenten merken de handhaving op zwerfvuil door GAS-vaststellingen door de anonieme zwerfvuilhandhavers zo goed als niet op. Slechts een minderheid van de bevraagde mensen had gehoord van de actie.
  • De meeste respondenten vinden de handhaving op zwerfvuil door GAS-vaststellingen positief. De respondenten spraken van een toename van zwerfvuil en vonden om die reden actievoering gepast. Daarbij geven ze wel aan dat:
    • de actie frequent en structureel moet gebeuren op meerdere plekken,
    • de boete proportioneel moet zijn, soms is een waarschuwing menselijker dan meteen een GAS-boete uit te schrijven,
    • er ook ’s avonds controles moeten plaatsvinden.
  • De impact van de actie op de omgeving is moeilijk na te gaan. Er werden te veel variabelen aangehaald die een properdere buurt tot gevolg hebben (schoolvakantie, sneller ledigen van vuilnisbakken, …). Om die reden is het moeilijk te concluderen dat de handhavingsactie een invloed had op het aanwezige zwerfvuil en zo ja: in welke hoedanigheid.
  • Door de actie krijgen de buurten een beter imago. De respondenten zijn van mening dat zwerfvuil onderdeel is van een vicieuze cirkel naar algemene verloedering. Als er al veel afval rondslingert zal er alleen maar meer afval bijkomen. Ze zijn het erover eens: als de buurt er proper bijligt, verbetert ook de reputatie.
  • Om een mentaliteitsverandering te veroorzaken, volstaat één actie niet. De bevraagden twijfelen eraan of een gedragswijziging op lange termijn op basis van één actie haalbaar is. 
  • Er is sprake van een intergenerationeel spanningsveld. De oudere generatie duidt over het algemeen de (hang)jongeren of scholieren aan als de grootste vervuilers of veroorzakers van zwerfvuil. Daarentegen geven de geïnterviewde jongeren aan dat net hun generatie wél bezig is met een propere wereld en hun best doet om hun afval op te ruimen.

Aanbevelingen en conclusies

Conclusies

  • De actie lijkt beperkt te zijn opgevallen, maar ze wordt als positief en noodzakelijk ervaren. Het onmiddellijk effect ervan op het aanwezige zwerfvuil is niet duidelijk.
  • Beboeten is een punt van discussie. De meningen zijn verdeeld tussen meteen beboeten, eerst een waarschuwing geven en eerder een taakstraf opleggen. Iedereen is het wel eens over het feit dat het eerbiedig moet gebeuren. De toon van de actie heeft een impact op de perceptie ervan.
  • Door de actie krijgt het imago van de buurten een boost.
  • Om een echte mentaliteitsverandering teweeg te brengen, lijkt de actie niet te volstaan. Herhaling van de actie en consequent gevolg geven aan fout gedrag lijken noodzakelijk om dit te kunnen bewerkstelligen.

Aanbevelingen

  • Meer en vaker acties organiseren. Over de exacte frequentie lopen de meningen uiteen. Over één ding zijn mensen het wel eens: het is belangrijk dat de actie niet gaat irriteren.
  • De actie bekendmaken aan de hand van posters, (sociale) media. Op die manier verhoogt de visibiliteit en het bereik van de campagne. Belangrijk: liefst op een luchtige, niet-dwingende wijze.
  • Toezichters aanstellen. Volgens de respondenten zijn dat o.a. de stadswacht of politie.
  • Vuilnisbakken tijdig ledigen. Wanneer de buurt netjes oogt zijn mensen meer geneigd om het zelf ook proper te houden.
  • Op andere plaatsen controleren. De actie kan uitgebreid worden naar andere buurten en steden.
  • Alternatieve straffen voorzien. Niet enkel boetes maar ook waarschuwingen of taakstraffen zouden een positief effect kunnen hebben op gedragsverandering. Bij de GAS-procedure bestaat ook de mogelijkheid om te kiezen voor bemiddeling en alternatieve sancties zoals de schade herstellen.
Onderzoeksdocument

Wil je dit onderzoek meer in detail lezen? Downloaden kan hier.

Downloaden (pdf)