Project aanpak probleemlocaties en fracties

Mooimakers voorziet een financiële ondersteuning voor lokale besturen die specifieke probleemlocaties of zwerfvuilfracties willen aanpakken op hun grondgebied. 

Volgende probleemlocaties worden als prioritair beschouwd en komen in aanmerking voor een tegemoetkoming van max. €25.000:

  • Afvalverzamelpunten (minstens 2 per project) : Alle publieke ruimtes waar meerdere afvalrecipiënten gelokaliseerd zijn, dus bv. glasbollensites, inzamelpunten voor huishoudelijk afval, sites met textielcontainers, sorteerstraten, sorteereilandjes, ... of een combinatie van deze. 
  • Stopplaatsen voor het openbaar vervoer (minstens 2 haltes per project) : Alle straten of pleinen waar zich haltes van bus of tram bevinden, stations, stel- en of wachtplaatsen van het openbaar vervoer toegankelijk voor het publiek.
  • Wegen op industrieterreinen: Industrie- en bedrijventerreinen waaraan de bestemmingszone 'industriegebied' is toegekend via het ruimtelijke ordeningsplan.
  • Hoofdstructuurwegen: Wegen die als belangrijkste functie 'verkeersdoorstroming' hebben, zoals invalswegen, doorgangswegen, verbindingswegen, belangrijke openbaar vervoerroutes, …
  • Centrumstraten: Deze straten en/of pleinen vervullen een centrumfunctie. Er vindt dus een combinatie van activiteiten plaats. Denk aan huisvesting van administratieve diensten, kmo's, winkels, en scholen. Opgelet, de winkel-wandelstraten en secundaire schoolomgevingen vallen hier niet onder.
  • Winkel- en wandelstraten: Verkeersvrije of verkeersluwe straten waar de zwakke weggebruiker de bovenhand krijgt en de straat hoofdzakelijk is behuisd met winkels.

OVAM heeft de verschillende typelocaties aangeduid op een kaart in het Geoloket. Raadpleeg deze kaart om na te gaan over welke typelocatie het juist gaat.

Daarnaast zijn ook aanvragen mogelijk voor andere probleemlocaties of fracties voor max. €15.000 tegemoetkoming, hier enkele voorbeelden:

  • Parkings
  • Parken
  • Speelpleinen
  • Snoeproutes
  • Hondenpoep
  • Peuken
  • Kauwgom

Een project duurt maximum 2 jaar. Het project start vanaf de goedkeuring van de aanvraag. Later starten kan in onderling overleg. Het lokaal bestuur krijgt de vergoeding als minstens de minimale acties werden uitgevoerd (zie hieronder) en de eindrapportering werd goedgekeurd door Mooimakers. 

 

Deze pagina bevat alle nodige informatie om met het project aan de slag te gaan. We raden je aan deze informatie aandachtig door te lezen voor je een projectaanvraag doet.

Wanneer kan ik een project indienen?

Van 1 april t.e.m. 30 april 2024 kan je online een aanvraag indienen voor een project.

Mooimakers behandelt de aanvragen. De werkgroep evalueert de projecten op basis van de aanvraag. Mooimakers geeft je feedback ten laatste 2 maanden na het verstrijken van de indienperiode. Projecten kunnen pas opgestart worden na goedkeuring door Mooimakers. Kosten gemaakt vóór de goedkeuring worden niet vergoed.

Hoe je project indienen?

Stap 1: Hoe vraag ik een project aan?

  • Download het voorbeeldformulier en bereid je aanvraag voor.
  • Leg je project voor aan het College.

Stap 2: Alle info verzameld?

  • Dien je aanvraag in via het online formulier. Je krijgt via e-mail een pdf met een kopie van je aanvraag. Mooimakers beoordeelt die en geeft je feedback ten laatste 2 maanden na het verstrijken van de indienperiode.
  • Voeg het Collegebesluit toe bij je aanvraag.

Stap 3: Project starten?

Projecten kunnen pas starten na goedkeuring door Mooimakers. Eventueel eerder gemaakte onkosten komen niet in aanmerking voor subsidiëring.  

Een project aanpak probleemlocaties en fracties bevat …

Deelname aan opleiding aanpak probleemlocaties en fracties

Deze opleiding is verplicht te volgen binnen de 6 maanden door 2 personeelsleden per gemeente na de goedkeuring van het project (tenzij je de opleiding recent al hebt gevolgd). Tijdens de opleiding leer je hoe je een project in goede banen leidt, hoe je een aanpak voor specifieke probleemlocaties of fracties uitwerkt en hoe je de aanpak kan monitoren met nul- en effectmetingen.

Oprichting werkgroep netheid met alle betrokken partijen.

Deze partijen kunnen zijn: dienst omgeving/milieu, uitvoerende dienst, dienst veiligheid, politie, eventuele andere relevante partners (intercommunale, bedrijven, Agentschap Wegen en Verkeer…),.. De werkgroep komt regelmatig samen om de aanpak van zwerfvuil en sluikstort en de openbare netheid te bespreken. 

Opmaak inventaris per specifieke locatie of fractie.

- Aantal en type sluikstort / zwerfvuil: nulmetingen over langere periode (minstens 4 weken). De nulmetingen maken een objectieve vergelijking mogelijk tussen de situatie voor en na.

- Maak een checklist van omgevingsfactoren die invloed kunnen hebben op het probleem, bv. propere omgeving, staat van de vuilnisbak, sociale controle aanwezig? 
 

Uitwerking plan van aanpak, uitrol, monitoring, evaluatie en bijsturing.

- Naast de verplichte pijler handhaving zijn nog minstens 3 pijlers van de 6-pijler aanpak opgenomen in het plan van aanpak en ook effectief uitgewerkt.

- Je neemt een SMART-geformuleerde doelstelling op in je aanvraag (bv. daling van het zwerfvuil op een bepaalde probleemlocatie of voor een fractie met een bepaald percentage). Op het einde van het project rapporteer je over het al dan niet behalen van deze doelstellingen.

- Monitoring/evaluatie is een belangrijk en verplicht onderdeel van het project: hebben de ingevoerde maatregelen het gewenste effect? Na 6 maanden moet je nulmetingen hebben uitgevoerd. Tegen het einde van het project moet je effectmetingen hebben uitgevoerd die je opneemt in de eindrapportering. Wat je meet is afhankelijk van de aanpak bv. aantal meldingen, aantal stuks afval, het volume of gewicht… Belangrijk is dat je voldoende nul- en effectmetingen uitvoert en dit tijdens een vergelijkbare periode. De monitoringsmodule in Mijn Mooie Straat, de handleidingen voor monitoring in onze Kenniswijzer en de opleiding helpen je alvast op weg.

- Het plan van aanpak moet ten laatste 6 maanden na de opstart van het project ter goedkeuring voorgelegd worden aan Mooimakers. Voor meer inspiratie verwijzen we graag naar onze Kenniswijzer, waar onder meer probleemlocaties en fracties onder de loep worden genomen. 

Communicatie naar de inwoners over de aanpak en resultaten via diverse kanalen.

Deze kanalen kunnen zijn: website, sociale media, infoblad, pers. Hier moet het co-branding logo van Mooimakers op toegepast worden. 

Tussentijdse rapportering.

Ten laatste 6 maanden na de opstart van het project wordt een probleemschets en gedetailleerd plan van aanpak met timing, meetstrategie en resultaten van de nulmeting aan Mooimakers bezorgd. Mooimakers heeft het recht het project te stoppen als de tussentijdse rapportering niet wordt gehaald. In dat geval vervalt de toegekende vergoeding.